Sinterklaas in de Athenaeumbibliotheek

In 2014 ontving de Athenaeumbibliotheek een bijzondere collectie. Eugenie Boer, kunsthistoricus, schonk haar Sinterklaascollectie. In deze blog beschrijft Rens Bleijenberg waarom deze collectie op haar plek is in Deventer.

Circa 300 boeken, meer dan 40 mappen en nog allerlei objecten liggen in depot 3 opgeslagen. De objecten worden gekenmerkt door het signatuur SINT en door de stickers met de mijter van Sinterklaas vallen deze dozen ook op. Deze verzameling wetenschappelijke en populaire boeken, almanakken, kinderboeken en koekblikken werd geschonken aan de Athenaeumbibliotheek door Eugenie Boer. Zij was onderzoeker en kenner van het Sinterklaasfeest in Nederland. Als kunsthistoricus en taal- en letterkundige deed zij jarenlang onderzoek naar het volksfeest. Voor het onderzoek verzamelde zij allerlei werken over Sinterklaas en Piet. Deze door haar aangelegde collectie is sinds 2014 te vinden in de Athenaeumbibliotheek.

Sint Nicolaas

In Deventer ligt deze collectie op haar plek. De stad aan de IJssel is een Nicolaasstad. Het huidige Sinterklaasfeest kent zijn oorsprong in het levensverhaal van de populaire heilige Nicolaas uit de katholieke kerk. Sinds de tweede eeuw na Christus staat deze bisschop uit Myra, Turkije, bekend om zijn wonderen. Als bisschop wekte hij drie jongens tot leven. Deze jongens waren vermoord door een herbergier, waarna hij ze in een vat pekel legde om te conserveren. Nicolaas opende het vat en wekte de jongens op uit de dood. Daarnaast redde hij drie zeelieden van de dood en gaf hij geld aan de armen. Vandaar dat Sint Nicolaas de beschermheilige is van de kinderen, de armen en de zeelieden. Nicolaas werd voorgesteld als een man vol daadkracht en aandacht voor de mensen die het moeilijk hadden. Hij was rechtvaardig en beloonde de mensen die het goed deden. Door de eeuwen heen groeide Nicolaas uit tot universele noodhelper.

Hier is dan ook de link met Deventer. In de Hanzestad Deventer vertoefden veel zeelieden, met name rond het havenkwartier, in het huidige Bergkwartier. De zeelieden voeren van Engeland tot Rusland. In deze buurt werd aan het einde van de twaalfde eeuw, tijdens de bloeiperiode van de Hanze, de Sint-Nicolaas- of Bergkerk gebouwd, gewijd aan de heilige Nicolaas. In de eeuwen daarna kwamen er nog twee Nicolaaskerken bij in Deventer: de Rooms-Katholieke Nicolaaskerk in Schalkhaar en de Sint-Nicolaaskerk in Lettele. 

Het huidige Sinterklaasfeest ontleent veel elementen aan het verhaal van de heilige bisschop Nicolaas. Uit de collectie van Eugenie Boer wordt duidelijk dat het Sinterklaasfeest, het feest zoals wij dat nu kennen, pas rond 1850 zijn vorm kreeg. In de eeuwen daarvoor had het feest allerlei vormen en werd de Sint op verschillende manieren afgebeeld. Zo werd hij afgebeeld als een nar, een deftige burger, een vorst of een Turkse bisschop. Lange tijd ontbrak het aan een eenduidig beeld van de Sint. Opvallend is dat deze Sinten allemaal verschillen van het beeld van Sint Nicolaas uit de katholieke kerk. De heilige bisschop is daar doorgaans afgebeeld met mijter en staf. Boer concludeert dat met name de Reformatie hierin een rol heeft gespeeld. In het hervormde Nederland was er geen plaats voor katholieke elementen.

St Nicolaas rijmpjes. Eerste vijftigtal 1922, SINT 398

Kinderbisschop

In de middeleeuwen had het feest nog een duidelijke link met de kerk. Op 6 december, de dag van de heilige Nicolaas werd het Kinder- of narrenbisschopsfeest gevierd, ook in Deventer. Leerlingen van de Latijnse School kozen uit hun midden een kinderbisschop. Deze ‘bisschop’ werd op 6 december in een plechtige optocht naar de kerk geleid, waar hem een mijter op werd gedaan en hij een dienst leidde. Na de dienst gingen alle leerlingen de straat op en vroegen geld voor een groot feest. In de stedelijke administratie van Deventer wordt al in 1347 melding gemaakt van het feest. Het feest ging in de grote steden gepaard met markten. Alle kinderen, ook de armen, kregen vrij op 6 december. Er werd geld en snoepgoed uitgedeeld.  De katholieke kerk was niet altijd blij met deze ‘wereldse’ uitingen van het heiligenfeest. Mede door de Reformatie verdween dit feest in Nederland naar de achtergrond. In verschillende steden werd het feest zelfs verboden. In de zeventiende en achttiende eeuw verdwijnt het feest van straat en verplaatst zich naar de huiselijke kring. Sint Nicolaas verdwijnt letterlijk uit beeld. Hij was alleen herkenbaar door zijn geklop op de deur, zijn zoektocht naar stoute kinderen en het strooien van snoepgoed, noten en appels. Ook verdween de religieuze dimensie van Sint Nicolaas. Oude legendes over de heilige verdwenen naar de achtergrond, terwijl nieuwe verhalen ontstonden. Sint Nicolaas bleef een kindervriend, maar was ook streng richting stoute kinderen. Alleen bij goed gedrag kreeg je snoepgoed van de Sint.

Sinterklaasfeest

Algemeen wordt verondersteld dat het boekje Sint Nikolaas en zijn Knecht een belangrijke rol heeft gespeeld in de beeldvorming van het feest. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863) schreef in 1850 dit kinderboek. In dit verhaal gaf hij Sinterklaas een gezicht en voegde hij verschillende verhalen over het feest samen. Schenkman gebruikte in zijn boek bekende elementen van Sint Nicolaas, zoals de cadeaus en het paard, maar hij voegde ook dingen toe aan het verhaal zoals de stoomboot, Spanje en een ‘knecht’. Dit kinderboek heeft een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van het volksfeest Sinterklaas. 

De grootste verandering door Schenkman was de toevoeging van een hulp. In alle verhalen voor 1850 was Sint-Nicolaas alleen. In het boek van Schenkman wordt Sint Nicolaas bijgestaan door een ‘knecht’. Deze man was gekleed in een harembroek met een jakje, een nauwsluitende blouse. Ook had de hulp een Turks hoedje op, een fez. In de kinderboeken uit deze jaren is deze handlanger hulpvaardig en rustig. Hij assisteert Sint Nicolaas daar waar nodig. Als er stoute kinderen gestraft moeten worden doet Sint Nicolaas dat zelf. In latere verhalen, vanaf het einde van de negentiende eeuw, krijgt de knecht een naam (Piet, Pieterbaas en later Zwarte Piet) en wordt hij ook steeds angstaanjagender. Zijn kleding veranderde. Hij droeg steeds vaker een pofbroek en een baret en hij kreeg grote gouden ringen en rode lippen. Ook kwamen er steeds meer pieten. In de eerste jaren wordt Sinterklaas bijgestaan door één Piet. Later krijgt Sinterklaas pieten met allemaal hun eigen rol en verantwoordelijkheden. Dat zien we vandaag de dag nog steeds. Zijn naam is inmiddels veranderd naar roetvoegpiet of piet. Ook zijn de negentiende-eeuwse racistische kenmerken op veel plekken veranderd. Piet is niet meer volledig zwart geschminkt en de gouden oorbellen en rode lippen zijn verdwenen. Oftewel, de rechterhand van de Sint verandert continue.

In dezelfde periode leerde Deventer ook (opnieuw) kennismaken met het Sinterklaasfeest. Johannes van Vloten organiseerde in 1860 een Sinterklaasfeest voor de kinderen uit Deventer. Van Vloten was hoogleraar aan het Athenaeum Illustre. Aan deze ‘hogeschool’ heeft de Athenaeumbibliotheek haar naam te danken. In die tijd was het Sinterklaasfeest vooral een feest voor welgestelde gezinnen. Johannes van Vloten zette zich als bestuurslid van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen in voor de armen in Deventer en organiseerde het Sinterklaasfeest voor de armenscholen in Deventer. Sinterklaas kwam langs de scholen en deelde daar cadeautjes uit, zoals boeken. Zo ontstond er een Sinterklaasviering zoals wij die nog steeds kennen in Deventer.

Het feest van Sint Nicolaas : aan onze lieve kleintjes verteld door Lina, SINT 449

Bijzondere regel

Deventer heeft nog steeds een bijzondere band met Sinterklaas. De goedheiligman komt laat aan in Deventer. Lange tijd was de intocht van de Sinterklaas op 5 december. Enkele tientallen jaren geleden werd dit veranderd naar de zaterdag voor 5 december. Deze regel bestaat al meer dan 100 jaar. In het jubileumboek ’t Deventer Sint Nicolaas feest 1860-1994 staat dat de eerder genoemde Maatschappij tot Nut van het Algemeen in 1920 besloot dat de Sint pas op 5 december Deventer aan zou doen. Vóór de intocht was Deventer verboden terrein voor de Sint. Deze regel werd ingesteld omdat men bang was dat het feest te veel zou commercialiseren. Tot aan de dag van vandaag is het verboden om je als Sinterklaas vóór de intocht te vertonen in Deventer. 

Kortom, de schenking van Eugenie Boer laat zien hoe het feest zich in al die jaren ontwikkelde van een religieuze aangelegenheid naar een volksfeest. Elementen uit de legende van de Sint Nicolaas werden gebruikt bij het volksfeest, maar ook werden er dingen aan toegevoegd. Dat deze collectie in Deventer ligt is niet gek. Deventer is al eeuwen verbonden aan de goedheiligman. Sint Nicolaas was een belangrijke patroonheilige in de geschiedenis van Deventer. Vanaf 1860 kent Deventer een unieke Sinterklaasviering.

Meer lezen?

  • Eugenie Boer, ‘Sint Nicolaas in het ‘oude’ kinderboek’, in: Literatuur zonder Leeftijd 8 (1994), p. 123 – 136. 
  • Eugenie Boer, ‘De Sint Nicolaas van Jan Schenkman. Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan’, in: Ons Amsterdam 47:12 (1995), p. 282-286. 
  • Frits Booy, ‘Het Sinterklaasfeest in de achttiende-eeuwse kinder- en jeugdliteratuur’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 40 (2017), p. 149-159.
  •  J. Toet, ’t Deventer Sint Nicolaas Feest 1860 – 1994 (Deventer 1994). 
  • W.A. van Hengel, Sint-Nikolaas en het Sint-Nikolaasfeest (1831). 
  • W. Koops, M. Pieper en E. Boer, Sinterklaas Verklaard  (Amsterdam, 2009).

Klik hier om terug te gaan naar de Digitale Etalage over Sinterklaas