Huizen en kloosters in Deventer
Moderne Devoten leefden samen in 'huizen van het gemene (gemeenschappelijke) leven'. Deze huizen ontstonden in de Deventer binnenstad, onder andere rondom Het Klooster.
Meester Geertshuis
Geert Grote stelde zijn ouderlijk huis open voor arme en ongetrouwde vrouwen. In het huis leefden aanvankelijk twee kleine gemeenschappen. Eén in het voorhuis en één in het achterhuis. Pas later gaat de woning het Meester Geertshuis heten. Vanaf 1374 werd het huis van Geert Grote door zestien geestelijke zusters bewoond. Het stenen voorhuis en een houten achterhuis was bestemd voor arme, ongetrouwde vrome vrouwen die in de woon- en werkvertrekken verbleven. In dit moederhuis van de Moderne Devoten is het Zusterboek van het Meester Geertshuis vervaardigd. Hierin staan de sterfdata en de levensbeschrijvingen (vites) van de overleden bewoonsters.
Heer Florenshuis (Rijke Fraterhuis)
Aan het einde van de veertiende eeuw was de Pontsteeg het woonadres van Florens Radewijns (†1400). Op aanraden van Geert Grote nam Radewijns een aantal jongelingen op, waardoor het een broederhuis werd. Deze leefgemeenschap voor mannen verkreeg zijn inkomsten uit het kopiëren, binden en het verkopen van boeken. Gerard Zerbolt van Zutphen was de eerste bibliothecaris van het Heer Florenshuis. Waarschijnlijk schreven de broeders in hun eigen ‘cel’ en was er geen scriptorium aanwezig.
Brand(e)shuis of St.-Ursulaklooster
Het Brandeshuis is in 1400 gesticht en vernoemd naar Gerard Brandt. Gese Tytes werd tot Moeder (mater) verkozen. In 1438 woonden hier achttien zusters van het gemene leven. De rector, Egbert ter Beke, fuseerde het Brandes- en het Kerstekenshuis in de jaren zestig van de vijftiende eeuw. Ongeveer zestien handschriften van het Brandeshuis zijn overgeleverd. Het Passieboek, dat Stijne Hofmeijers in bewaring had, is digitaal in te zien.
Kerstekenshuis
Zusters van het gemene leven hadden geen kloostergeloften afgelegd, maar woonden als vrome vrouwen bij elkaar. Omstreeks 1470 ging het Kerstekenshuis op in het Brandeshuis. De rector Egbert ter Beke liet de muur tussen de twee huizen wegbreken, waardoor ze samengevoegd werden. Tot 1604 bleven de twee huizen bestaan. Een aantal van de overgeleverde handschriften van het Kerstekenshuis zijn aanwezig in de Athenaeumbibliotheek.