Eugenie Boer over Zwarte Piet

Eugenie Boer (1947-2012) was een groot kenner van het Sint-Nicolaasfeest in Nederland. Daarover organiseerde ze tentoonstellingen en schreef ze boeken en artikelen. Eugenie Boer leverde een originele bijdrage aan het onderzoek naar de herkomst van Zwarte Piet.

1850: Sint Nikolaas en zijn knecht

Een knecht van Sint-Nicolaas, die ‘zwart is van kleur’ was, voorzover nu bekend, in Nederland voor het eerst te zien op de illustraties in een kinderboekje dat in 1850 in Amsterdam verscheen: Sint Nikolaas en zijn knecht. De bijbehorende tekstjes werden geschreven door de Amsterdamse oud-onderwijzer Jan Schenkman. Of hij ook de illustrator was, is onduidelijk.

Henk van Benthem had in zijn boek Sint-Nicolaasliederen (1991) al op het belang van Schenkmans boekje gewezen. In haar doctoraalscriptie (1992), over de herkomst van Zwarte Piet, behandelde Eugenie Boer een, naar het leek, oudere uitgave van dit boekje. Inmiddels is men het erover eens dat dit de eerste uitgave van 1850 is. Tussen deze eerste en latere uitgaven bestaan enkele verschillen in de weergave van het uiterlijk en de kleding van de knecht. Pas vanaf de tweede druk van 1858 heeft hij onmiskenbaar het uiterlijk van een zwarte man. Waar kwam deze zwarte knecht vandaan?

Portretkunst van de 17e en 18e eeuw

Gebaseerd op haar doctoraalscriptie schreef Eugenie Boer, na een eerste artikel in NRC Handelsblad (1992), een wetenschappelijk artikel, ‘Nieuw licht op Zwarte Piet’ (1993). Ze benadrukte dat de toevoeging van een zwarte man als knecht van Sinterklaas een betrekkelijk recent verschijnsel is. Als ongefundeerd verwierp ze de mening dat de zwarte knecht teruggaat op de voorstelling van eeuwenoude heidense wezens of van de duivel.

Ze plaatste de illustraties in het boekje van Schenkman daarentegen in het bredere kader van de portretkunst in de 17e- en 18e-eeuw. Mensen van macht en aanzien lieten zich toen, ook in Nederland, graag schilderen met een zwarte bediende. Haar veronderstelling was dat een zwarte man als knecht van een even voorname Sinterklaas uit deze beeldtraditie voortkwam. Bij het plaatje ‘St. Nikolaas houdt Boek’ kon ze op de treffende overeenkomst wijzen met een Nederlands schilderij uit de 17e eeuw, waarop een aanzienlijk heer eveneens met een zwarte dienaar is afgebeeld.

Zwarte bedienden en slavenhandel

In een later artikel, over ‘De zwarte page in de Nederlandse schilderkunst’ (2003), verbloemde ze niet dat de afbeelding van zwarte jongemannen op schilderijen “een direct gevolg (is) geweest van de slavenhandel. In die context ontstond het besef dat het mogelijk was over zwarte bedienden te beschikken”. Ook wees ze erop dat deze portretten soms de werkelijkheid weerspiegelden. In enkele deftige huizen was in die tijd echt een zwarte in dienst.

Recent onderzoek suggereert dat in de eerste helft van de 19e eeuw zo’n zwarte man ook ingezet kon worden om als dienaar van Sinterklaas te fungeren. Dan is het denkbaar dat (de illustrator van) Schenkman dat wist en daarop voortborduurde. In afgeleide zin zou dat een bevestiging betekenen van de hypothese van Eugenie Boer. Of de attractiewaarde van zo’n, als exotisch beschouwde, zwarte man de énige reden was om hem met Sinterklaas een duo te laten vormen, daarover duurt de discussie voort.

John Helsloot