Het leven van de heilige Hieronymus

Gepubliceerd op: 29 juli 2021 10:18

De Athenaeumbibliotheek bewaart twee handschriften met elk een werk van Erasmus' jeugdvriend Cornelius Aurelius (Cornelis Gerard, ca. 1460 – voor december 1531). Van beide werken geen andere exemplaren bekend. Een daarvan bevat een levensbeschrijving van kerkvader Hieronymus.

Door Jan Bedaux, vrijwilliger Athenaeumbibliotheek

Jan Bedaux, opgeleid als classicus, is oud-directeur en wetenschappelijk medewerker van de Athenaeumbibliotheek. Hij promoveerde op de Latijnse gedichten van Alexander Hegius en werkte mee aan de Nederlandse vertaling van de correspondentie van Erasmus. Daarnaast werkt Jan als vrijwilliger bij de Athenaeumbibliotheek.

Cornelius Aurelius

De Athenaeumbibliotheek bewaart twee handschriften met elk een werk van Erasmus' jeugdvriend Cornelius Aurelius (Cornelis Gerard, ca. 1460 – voor december 1531). Van beide werken zijn geen andere exemplaren bekend. Ze zijn niet door hemzelf geschreven, omdat we zijn handschrift kennen en deze in een andere hand zijn opgetekend. De Marias (101 B 5 KL) is een werk in dichtvorm over Maria. Het bevat de eerste tien boeken van een werk dat uit drie decaden - dertig boeken - moet hebben bestaan. In de eerste decade wordt het leven van Maria behandeld tot en met het optreden van Jezus bij de schriftgeleerden (Lucas 2: 41-52). In de herfst van 1497 was dit werk voltooid. Erasmus wilde dat het werk aan hem werd opgedragen, maar het was de Deventer schoolmeester Jacobus Faber aan wie deze eer te beurt viel. Het handschrift dat de tekst bevat, is uit diens nalatenschap afkomstig. In 2006 heb ik de tekst van deze Marias met aantekeningen uitgegeven.

Vita Hieronymi

Tot circa 1500 schreef Aurelius gedichten, daarna ging hij op proza over, zowel in het Nederlands (vooral zijn beroemde Cronychke van Hollandt, Zeelandt en Vrieslant) als in het Latijn. Tot de laatste categorie behoort de Vita Hieronymi, een levensbeschrijving van de kerkvader Hieronymus die vóór 1 juli 1516 moet zijn voltooid. Het handschrift maakt deel uit van een convoluut (verzamelband, 111 D 11 KL) die afkomstig is van de bibliotheek van het Heer Florenshuis. De convoluut bevat daarnaast een gedrukte uitgave van Erasmus' Vita Hieronymi (Keulen, 1517). Toen Erasmus in 1516 in de Nederlanden verbleef, kreeg hij van Allard van Amsterdam een brief met het verzoek Aurelius te helpen bij het schrijven van diens Hieronymusbiografie. Dat deed Erasmus niet, maar in hetzelfde jaar verscheen wel zijn levensbeschrijving van Hieronymus als inleiding op zijn uitgave van de brieven van Hieronymus. Deze verscheen in Bazel in 1516. De uitgave van de Vita van 1517 is de eerste afzonderlijke editie. Naast deze twee Hieronymusbiografieën telt de band nog enkele heiligenlevens, sommige gedrukt en andere in handschrift.

Aurelius' Vita Hieronymi, waarvan ik intussen een transcriptie heb vervaardigd en een bronnenonderzoek heb gedaan, omvat vier boeken, alle onderverdeeld in hoofdstukken die telkens een heel korte samenvatting van de inhoud geven. Aan het werk gaat een vrij uitvoerige proloog vooraf met een apart deel 'pro religiosis in refectorio', letterlijk 'voor de religieuzen in de refter', waarin ook de inhoud per boek beknopt wordt weergegeven. Het eerste boek behandelt de eerste levensjaren van de heilige Hieronymus, zijn opleiding en verblijf in Rome. De reizen die hij in Europa en het Midden Oosten maakte komen in het tweede boek aan de orde. Het verblijf in Rome dat daarop volgde en zijn benoeming tot kardinaal vormen het onderwerp van het derde boek. Het vierde en langste boek behandelt de laatste fase van Hieronymus' kloosterleven in Bethlehem, het wonder van de leeuw, zijn vertaling van de Bijbel en tot slot zijn overlijden.

Deventer, Athenaeumbibliotheek, 111 D 11 KL, Proloog op de Vita Hieronymi

Merkwaardig is dat tussen het tweede en het derde boek een kort stukje proza verschijnt dat gevolgd wordt door een gedicht dat zestig versregels telt. Daarin vermeldt Aurelius dat hij het werk als geschenk aanbiedt aan de rector van het klooster Hieronymusdal in Delft, Georg van Scheveningen, en de koster van dit huis Gerard Bartoldszn van Noordwijk, omdat zij hem bij het schrijven steeds hebben gestimuleerd. Hemelhoog prijst hij Hieronymus voor wie hij een intense bewondering had en hij verontschuldigt zich voor zijn beperkte capaciteiten: 'Ik heb gedaan wat ik kon, totdat een ander met iets beters komt,' zegt hij aan het eind van het gedicht. Opvallend zijn bij dit gedicht de talrijke aantekeningen die een latere lezer in de tekst heeft opgenomen. In de biografie zelf komen sporadisch aantekeningen voor.

Deventer, Athenaeumbibliotheek, 111 D 11 KL, Begin van het gedicht

Werkmethode

Uitgebreider verantwoordt Aurelius zijn werkmethode in de proloog. 'Alles wat in archieven verborgen ligt, heb ik verzameld,' schrijft hij. Waarschijnlijk doelt hij hiermee op zijn verblijf in Parijs (1497-1498), waar hij deel uitmaakte van een delegatie die over een kloosterhervorming moest adviseren. Naast de geschriften van Hieronymus (vooral zijn brieven) blijkt hij teksten van tal van antieke en latere auteurs te hebben gebruikt. Bijbelcitaten komen ook regelmatig voor. 'Ieder mens wordt gevormd door de gemeenschap waarvan hij de vruchten plukt,' stelt hij. Daarom plaatst hij Hieronymus' leven tegen de achtergrond van zijn tijd en brengt hij met name de toestand van de kerk, de geschiedenis van de pausen en de Romeinse keizers van de vierde en vijfde eeuw ter sprake. Aurelius wilde met zijn werk de reguliere geestelijken uit Delft en andere plaatsen niet alleen wijzen op de betekenis en de voorbeeldfunctie van Hieronymus, maar op het belang van de 'studia humanitatis' – de geesteswetenschappen. Vooral het vierde boek dat Hieronymus' kloosterleven beschrijft, diende voor kloosterlingen een bron van inspiratie te zijn.

Het lijkt erop dat meer personen de tekst van Aurelius hebben afgeschreven. De bladen 88v tot 96v lijken van een andere hand afkomstig dan de beginbladen (vanaf blad 25r). De 'normale' hand verschijnt weer aan het begin van het vierde boek op blad 97r en loopt door tot halverwege blad 126v. De daaropvolgende tekst verschilt heel licht van de voorafgaande, maar op blad 135r, waar op een nieuw blad een nieuw hoofdstuk begint, is overduidelijk een andere hand begonnen die het laatste stuk van de tekst heeft geschreven (tot blad 148v). In vergelijking met de Vita van Aurelius is Erasmus' pendant – een doorlopend verhaal – wat levendiger met diverse terloopse opmerkingen, waarmee hij naar allerlei personen, vooral theologen, uithaalt. Geen wonder dat dit werk in druk is verschenen; Erasmus had ten slotte ook zijn naam mee. 

Meer lezen?

  • Karin Tilmans, Aurelius en de Divisiekroniek van 1517. Historiografie en humanisme in de tijd van Erasmus. Hollandse Studiën 21 (Hilversum, 1988)
  • Die Marias von Cornelius Aurelius. Einleitung, Textausgabe und Anmerkungen von J.C. Bedaux. Supplementa Humanistica Lovaniensia XX (Leuven, 2006)
  • Handschrift met de Vita Hieronymi op Athenaeumcollecties
  • Handschrift met de Marias op Athenaeumcollecties