De transformatie van handschrift naar druk, gevangen in één boek

Gepubliceerd op: 6 mei 2021 10:17

In de vijftiende eeuw maakten handschriften langzaam plaats voor gedrukte boeken. De verzamelband 11 F 3 KL is exemplarisch voor deze periode en geeft een inkijkje in de overgang van handschrift naar druk.

Door Lotte Savelsberg, catalogiseerder/metadataspecialist

Toen ik in 2020 als catalogiseerder/metadataspecialist bij de Athenaeumbibliotheek kwam werken, vond ik het lastig om grip te krijgen op de grote en diverse collectie. Een jaar later zijn er inmiddels honderden handschriften en drukken door mijn handen gegaan, en kan ik zeggen dat ik eindelijk een goed beeld begin te krijgen van de prachtige boeken die de Athenaeumbibliotheek in haar bezit heeft. Een van mijn grootste favorieten tot nu toe is toch wel de verzamelband met het signatuur 11 F 3 KL. Deze band is exemplarisch voor een bijzondere periode in de vijftiende eeuw, toen, na de uitvinding van de drukpers, handgeschreven boeken langzaam door gedrukte boeken werden vervangen.


Drie werken in één band

De verzamelband in kwestie bevat drie verschillende werken uit het einde van de vijftiende eeuw. De band maakte deel uit van de huisbibliotheek van de Latijnse school in Deventer. Hier werden jongens opgeleid voor een toekomstige functie in de kerk of als voorbereiding op de universiteit. Alle teksten in de verzamelband hebben dan ook betrekking op de Latijnse taal, iets wat natuurlijk essentieel was in het onderwijs van de Latijnse school. Het is echter niet per se de tekst die dit boek in mijn ogen zo speciaal maakt. In deze band zijn namelijk drie edities samengebonden: een handschrift; een blokboek, waarbij de bladzijden in hun geheel met houtsneden werden gedrukt; en een vroege druk, gedrukt met losse loden letters.

Handschrift

Het handschrift is geschreven in een vrouwenklooster en bestaat uit twee verschillende teksten, De regime excatholicon van Johannes van Genua en Doctrinale puerorum van Alexander de Villa Dei. Toen het werd geschreven was de boekdrukkunst al uitgevonden, maar dat betekende niet dat handschriften plotseling verdwenen. Net zoals nu was er ook in de vijftiende eeuw enig wantrouwen ten opzichte van nieuwe technologieën. Sommige mensen dachten zelfs dat de boekdrukkunst werk van de duivel was. Ook werden handschriften nog lang gezien als van hogere kwaliteit dan de nieuwe drukken. Ook al had een stad al een drukpers, toch werden er vaak in het klooster in de buurt nog steeds handschriften geschreven. Wat dan wel weer relatief modern is, is dat het handschrift op papier geschreven is. Handschriften werden in de middeleeuwen eigenlijk altijd op perkament geschreven, wat van dierenhuiden gemaakt was. Perkament was stevig, duurzaam en van goede kwaliteit, maar het was erg duur om te produceren. Papier, dat vooral van lompen gemaakt werd, was een stuk goedkoper om te maken. De combinatie van het gebruik van papier en de snelheid van de drukpers zorgde er dan ook voor dat boeken in de late vijftiende en vroege zestiende eeuw zoveel goedkoper konden worden.

Inscriptie van de kopiiste, Soror Daye. Deventer, Athenaeumbibliotheek, 11 F 3 KL, De regimine excatholicon / Doctrinale puerorum, eind 15e eeuw

Blokboek

Het bijzonderste werk in de verzamelband is een drukwerkje dat maar uit veertien bladen bestaat. Het is een Latijnse grammatica samengesteld door Aelius Donatus, een taalgeleerde uit de vierde eeuw. Het is een simpel schoolboekje, maar door de gebruikte techniek is het erg bijzonder. Het boek is namelijk niet gedrukt door een drukpers zoals Johannes Gutenberg die bedacht had: dit is een blokboek, gedrukt met houtblokken. Een pagina werd in zijn geheel in hout gesneden, geïnkt, en dan afgewreven op perkament of papier. Dit was een goedkoper alternatief voor het drukken met de drukpers, wat in dit vroege stadium nog erg duur was. De blokdruktechniek bestond al lang: in Oost-Azië werden op deze manier al vanaf de achtste eeuw teksten gedrukt. Toch lijkt de techniek in Europa op een aparte manier te zijn ontstaan, vanuit eenzelfde soort techniek die voor het bedrukken van textiel werd gebruikt. Het maken van blokboeken is in West-Europa nooit écht populair geweest, en er zijn er dan ook erg weinig van overgebleven. Blokboeken bestonden voor het grootste deel uit afbeeldingen: ze waren meestal bedoeld voor geloofseducatie, onder andere voor mensen die niet of weinig konden lezen. De grammatica van Donatus is het enige volledig tekstuele werk dat als blokboek verschenen is, wat dit boekje nog bijzonderder maakt. Op het eerste gezicht is het verschil tussen een blokboek en een boek gedrukt met losse letters maar moeilijk te zien. Toch zijn er een aantal kenmerken waaraan blokboeken te identificeren zijn. Zo zijn de letters op veel plaatsen aan elkaar gehecht, reiken de staarten van de lange letters soms tot in de volgende regel en zijn op vrijwel alle pagina’s voorbeelden te vinden van letters die ongelijk zijn: dit is allemaal onmogelijk als je een tekst met losse letters drukt.

Blokboek. Deventer, Athenaeumbibliotheek, 11 F 3 KL, De VIII partibus orationis / Aelius Donatus, eind 15e eeuw

Incunabel

Behalve het blokboek bevat de verzamelband nog een andere gedrukte tekst: een vocabulaireboekje Latijn-Nederlands, gedrukt in Deventer bij Jacob van Breda in 1493. Jacob van Breda was onderdeel van de eerste generatie drukkers in Nederland, en was na Richard Pafraet de tweede drukker die zich in Deventer vestigde. Hij drukte veel schoolboeken en studieboeken voor de Latijnse school, en zijn drukkerij was dan ook naast de Latijnse school gevestigd, op de hoek van het Grote Kerkhof en de Polstraat. In dit werkje is duidelijk te zien dat de eerste drukken, ook wel incunabelen genoemd, nog erg veel op handschriften leken. De tekst is in het oude Gotische lettertype gedrukt, wat nog veel lijkt op de handgeschreven letters uit de vijftiende eeuw. Ook kwam er aan zo'n vroege druk nog veel handwerk te pas. De tekst werd bijvoorbeeld met de hand gedecoreerd: er werden plekken open gelaten in de tekst waar later handgeschreven rode initialen en paragraaftekentjes aan konden worden toegevoegd. Hoewel gedrukte boeken in het beginstadium van de boekdrukkunst nog duur waren, konden boeken dankzij verdere innovaties steeds sneller en in grotere oplages gedrukt worden, waardoor ze veel goedkoper werden. In steeds meer steden doken drukkers op, en in de loop van de zestiende eeuw hadden gedrukte boeken handschriften dan ook echt vervangen.

Incunabel. Deventer, Athenaeumbibliotheek, 11 F 3 KL, Vocabularius: Gemmula vocabulorum, cum addito, 1493

Een kijkje in de geschiedenis

Als je dit boek voor je op tafel hebt liggen, kun je tussen twee kaften de transitie van middeleeuwse handschriften naar gedrukte boeken meemaken. Dat was geen verandering met een harde scheidingslijn: toen Gutenberg de drukpers uitvond werden handschriften niet meteen weggegooid. In de vijftiende eeuw leken drukken nog op handschriften en kwam er nog allerlei handwerk bij kijken, en ook handschriften werden nog gebruikt en geproduceerd na de uitvinding van de boekdrukkunst. Daarnaast werd er geëxperimenteerd met het goedkope, populaire alternatief van blokboeken, die gedurende de hele vijftiende eeuw sporadisch werden gedrukt. Deze drie werken, die zo van elkaar verschillen in alles behalve de inhoud, werden kort na de productie samengebonden en samen gebruikt op de Latijnse school. Het boek laat zien dat geschiedenis geen kwestie is van netjes begrensde tijdvakken die elkaar opvolgen, maar dat het verleden constant in beweging is. Dit soort kijkjes terug in de tijd maken mijn werk zo interessant, en ik hoop dan ook dat ik nog veel nieuwe vensters naar het verleden mag ontdekken in de magazijnen van de Athenaeumbibliotheek.

Meer weten?