Oude wereldreizigers uit Deventer

Gepubliceerd op: 16 april 2024 09:53

In de Athenaeumbibliotheek liggen drie exemplaren van het oudste in Deventer gedrukte boek (113 C 9 KL, 33 C 13 KL, 2000 E 53 KL). Het gaat hier om het religieuze boek Liber Bibliae moralis. De drie incunabelen werden in 1477 gedrukt door Richard Pafraet, vervolgens heeft elk een andere reis van en weer terug naar Deventer afgelegd. Hierdoor draagt elk exemplaar andere gebruikerssporen. Dankzij deze gebruikerssporen zijn veel van de eigenaars die de incunabelen door de eeuwen heen hebben gehad bekend. In deze blogpost bespreek ik de rondreis, met de daarbij behorende eigenaars, die deze oude wereldreizigers hebben afgelegd.

Door Fleur van der Maale

Thuisblijver
Het eerste exemplaar, dat ook als eerste in de bibliotheek terecht is gekomen, draagt nog de originele band, heeft geen handgeschreven annotaties en er is maar een inscriptie in het gehele boek te vinden. De eerste persoon die zich in de eerste incunabel, 113 C 9 KL, bekend maakt is de rubricator. Binnen een middeleeuws boek is de rubricator te herkennen aan de vaak rode inkt waarmee hij of zij hoofdletters, paragrafen en belangrijke zinnen aanduidt. Ze zijn ook verantwoordelijk voor het verwerken van pen initialen. In twee van de met rood gerubriceerde initialen heeft de rubricator van 113 C 9 KL zijn naam genoteerd: Lubbertus. Dit is te zien op de afbeelding hiernaast. Vervolgens is het boek bij de Sint Agnietenkerk, vermoedelijk de kerk van het Buiskenshuis in Deventer, terecht gekomen conform een inscriptie op folio a1: “Dyt boick sal wesen ynden kirchen van synt agnieten”. Later heeft een volgende eigenaar deze inscriptie doorgekrast. Van de weinige annotaties en inscripties kunnen we aannemen dat dit exemplaar maar een kleine reis niet ver buiten Deventer heeft gemaakt voordat het tussen 1832 en 1867 in de Athenaeumbibliotheek terecht kwam.

Rode inscriptie met de naam Lubbertus, 113 C 9 KL

Duitsland
De tweede incunabel, 33 C 13 KL, is zelfs de grens over gegaan richting Duitsland. In de inscriptie die de eerst bekende eigenaar, Wilhelmus Jacobi genaamd, op de laatste pagina in rood heeft achter gelaten komen we te weten dat Jacobi het boek in 1479 heeft aangekocht. Wilhelmus Jacobi schrijft daarbij ook dat hij priester was in het bisdom van Keulen. Na Wilhelmus Jacobi is het boek in de achttiende eeuw opnieuw gebonden voordat het vanaf 1780 in bezit kwam van de familie Heerkens. Deze boekverzamelaars hebben dit exemplaar van de Liber Bibliae moralis terug naar Nederland gebracht en het tot 1869 in hun bezit gehad. Na de dood van zowel vader als zoon Heerkens werden de meeste oude boeken uit de verzameling geveild. Via deze veiling in 1869 is de Athenaeumbibliotheek aan het tweede exemplaar van het oudst in Deventer gedrukte boek gekomen.  

Rode inscriptie in 33 C 13 KL. De rode inscriptie toont dat het boek door Wilhelmus Jacobi is aangekocht.

Overzees
In 2020 heeft de Vereniging van Vrienden het meest bijzondere exemplaar (2000 E 53 KL) van de drie aangekocht. Deze is niet alleen het meest uitgebreid gedecoreerd, maar dit exemplaar heeft in zijn leven de Noordzee en zelfs de Atlantische Oceaan overgestoken. 2000 E 53 KL is zo bijzonder vanwege de rijkelijk versierde initialen. Het zusterklooster te Diepenveen is in de vijftiende eeuw verantwoordelijk geweest voor dit mooie penwerk. Het zusterklooster hield zich namelijk naast de religieuze verplichtingen ook veel bezig met het rubriceren en inbinden van boeken. Zij hadden ook een inscriptie op de eerste pagina achtergelaten, echter is deze later doorgestreept: "Pertinet in dyepeueen et et [sic] tantum planabitur". Zo ook is dat gebeurd bij de inscriptie die de kruisbroeders van Emmerik, die de incunabel in de periode tussen 1487 en rond 1550 in hun bezit hadden, achterlieten: "Pertinet fratribus sancte Crucis in Embrica”. Deze broeders zijn ook verantwoordelijk voor verschillende annotaties, zoals bijbelverwijzingen naar Psalm 10 en Exodus 19 op folio A4. Vervolgens is het bij het religieuze instituut De Heren van Anholt terechtgekomen. Via George John 2nd Earl Spencer, een aristocratische politicus en befaamde boekverzamelaar, is dit exemplaar vanaf 1758 in het Verenigd Koninkrijk terecht gekomen. Op twee pagina's staat een verwijzing naar zijn oude catalogus en is hij ook verantwoordelijk geweest voor de vernieuwing van de boekband. Vervolgens is het na George Spencers dood in 1834 via een tweede aristocraat naar de Verenigde Staten gereisd waar het in handen kwam van een miljonair. Verzamelaar Georg Hartong was uiteindelijk verantwoordelijk voor het terugbrengen van de incunabel in Deventer. Hij verkocht het vervolgens aan de Vereniging van Vrienden van de Athenaeumbibliotheek. Zij hebben het boek in permanente bruikleen gegeven aan de Athenaeumbibliotheek.

Het exemplaar met signatuur 2000 E 53 KL heeft prachtige peninitialen met rood en blauw 

Databank MEI
De drie incunabelen en hun eigenaars zijn recent gecatalogiseerd in de databank MEI, Material Evidence in Incunabula, waarin alle eigenaars en sporen van deze eigenaars nog eens terug zijn te lezen. In de komende maanden ga ik, samen met andere stagiair Carlijn Tetteroo, de incunabelen uit de Athenaeumbibliotheek in het MEI systeem te catalogiseren.