Over het klooster Diepenveen

Het Zusterboek van het klooster Diepenveen vertelt de levensverhalen van de inwoners die het klooster gedurende zijn bestaan heeft gekend. Het is dan ook een rijke bron van informatie over de geschiedenis van het klooster. Daarover lees je meer op deze pagina.
De oorsprong van het klooster
Het klooster Diepenveen vindt zijn oorsprong in de Moderne Devotie. Deze beweging kwam op aan het eind van de veertiende eeuw en was gericht op een sobere leefstijl, een persoonlijk gebedsleven en het bestuderen van de geschriften. Geert Grote, de geestelijk leider van de Moderne Devotie, kreeg veel aanhang. Hij en zijn volgelingen stichtten verschillende huizen en kloosters in de IJsselstreek. In de huizen van broeders en zusters van het gemene leven legden de volgelingen geen kloostergelofte af, maar leidden zij wel een zeer devoot en sober leven. De kloosters van de Moderne Devotie volgden de Regel van Augustinus. Het klooster in Diepenveen werd gebouwd omstreeks 1400, onder begeleiding van de rector Johannes Brinckerinck. Het gebied was woest en bosachtig en de bouw van het klooster kostte veel zware arbeid. De eerste zusters woonden er in kleine hutjes van klei en wilgentenen.
Dagelijks leven in het klooster
Het klooster trok zeer veel zusters uit de regio en daarbuiten aan en groeide aanzienlijk in de hierop volgende jaren. Met name rijkere zusters vonden een onderkomen in Diepenveen, vaak kwamen zij van ver weg. De adellijke zuster Katharina van Naaldwijk kwam bijvoorbeeld uit Dordrecht. Uit opgravingen en de geschriften van de zusters valt op te maken hoe het kloostercomplex er ongeveer uit zou moeten hebben gezien. Zo waren de gebouwen gesitueerd rondom een boomgaard, en waren er een bibliotheek, een ziekenzaal, een kapel en een brouwerij aanwezig. Buiten de muren van het klooster woonden de 'butensusteren’. In tegenstelling tot de koorzusters die binnen de kloostermuren leefden, onderhielden zij wel het contact met de buitenwereld. Deze indeling geeft ook aan met welke activiteiten de zusters zich bezighielden. Er was onder andere een ziekenwaarster, een koewaarster, die zich ontfermde over de koeien, en een boekenwaarster. Zij bewaarde de boeken, maar ook het perkament waar ze op moesten worden geschreven. Een belangrijke taak, want Diepenveen huisvestte een actieve boekproductie.
De boeken
Lezen en schrijven maakten een belangrijk onderdeel uit van de Moderne Devotie. Meditatie en verinnerlijking waren speerpunten van deze beweging, die bereikt konden worden door middel van religieuze teksten. De zusters hielden zich dan ook uitvoerig bezig met het produceren en lezen van dit soort teksten. In de collectie van de Athenaeumbibliotheek zijn veel boeken uit het klooster overgeleverd: zowel handschriften die in het klooster zelf zijn geproduceerd, als gedrukte boeken die in het klooster in gebruik werden genomen.
Niet alle boeken uit het klooster hebben de tand des tijds echter doorstaan. Het klooster werd in 1578 geplunderd tijdens de gevechten tussen de Spaanse en calvinistische troepen. Hoewel de calvinistische troepen Deventer bevrijdden van de Spaanse bezetting, verrichtten ook zij vele vernietigingen. Het klooster Diepenveen werd geplunderd en de nonnen verdreven, waarna het complex bijna volledig verwoest werd. Alleen het kerkje werd nog beschadigd achtergelaten.
Dit betekende het einde van het klooster Diepenveen. Hoewel er van het originele klooster weinig meer over is, leven de verhalen van de zusters door in de overgeleverde boeken.